Onze zondagsdienst

Misschien kent u de Stefanuskerk alleen van buiten, of misschien heeft u er op een zondagmiddag wel eens binnen rondgekeken. Onze kerk is bijna elke zondagmiddag open voor wie er een kijkje wil nemen.

Maar een kerkdienst op een ‘gewone’ zondagmorgen, hoe zou dat gaan? Hieronder vertellen we wat u kunt verwachten als u eens een dienst wilt bijwonen, u bent van harte welkom.

Opbouw kerkdienst
De kerkdienst is onderverdeeld in een paar hoofddelen:
Het eerste deel heet Intrede, dat is het begin met een begroeting die gevolgd wordt door een gebed.
Het tweede deel is het deel rond de Bijbel (met een oud woord: De Schrift).
In het derde deel delen we gaven en gebeden. Tenslotte volgt de zegen.

Binnenkomen en een plek vinden
De dienst begint om 10 uur. Als u binnenkomt -meestal zo’n tien minuten van te voren- wordt u begroet door de predikant en een gastvrouw of -heer. U krijgt een liturgie uitgereikt (zeg maar: een programma voor de kerkdienst) en een Liedboek.
Onderweg naar voren komt u langs een klein katheder aan één van de banken links: hierop ligt een voorbedenboek. Als u wilt, kunt u daar een gebedsintentie inschrijven, die later in de dienst gebeden zal worden.
U kunt verder lopen en een plaatsje in de kerk zoeken, alle plaatsen zijn vrij. U hoeft niet stil te zijn, maak gerust een praatje met iemand anders.

Muziek in de dienst
Voor muziek is er veel ruimte in de zondagse diensten. De organist begeleidt de liederen die er gezongen worden – kerkmuziek, soms ook “wereldse muziek” – op het orgel en vult de stilte na de preek met een muziekstuk naar zijn eigen keuze.
Regelmatig wordt er in de reguliere, maar vooral ook in de bijzondere diensten, meegewerkt door andere instrumentalisten, professionele musici of amateurs, vaak gemeenteleden. Zij worden dan begeleid door de organist op het orgel of op het harmonium, dat voor in de kerk staat.
De avondmaalsviering, in de kring rond de avondmaalstafel in het koor van de kerk, wordt ook door de organist op het harmonium begeleid.

Intrede
Nadat om tien uur de klok geluid heeft, begint de kerkdienst. Over de avondmaalstafel, voor in de kerk, hangt een antependium. De kleur daarvan hangt af van de tijd van het kerkelijk jaar. Ook staan er twee kaarsen, deze worden door de ouderling aangestoken, waarna hij of zij de predikant een hand geeft en een “goede dienst” wenst. Dan is het enkele ogenblikken stil om ruimte te maken voor wat komt.

Na het moment van stilte spreekt de predikant een bemoediging en een groet uit. De woorden daarvan staan in de liturgie. U kunt meedoen met de woorden waar “allen” bij staat. De organist zet in en we zingen samen een Psalm. Dat is een traditie van eeuwen. Soms zingen we oude Psalmteksten, die schuren wel wat aan tegen ons taalgebruik, soms zingen we ook nieuw berijmde teksten. We gaan er vrij mee om.
De Psalm is vaak verweven met een kort gebed, het “gebed van toenadering”. Na dit onderdeel bidden we een gebed voor de “nood van de wereld”. Eigenlijk gaat dat om die dingen die ons de adem benemen, zodat een mens alleen nog maar “Kyrië eleison” (“Heer ontferm U”) kan roepen – en direct daarna zingen we Gods lof (“gloria”).
Hierna vertrekken de kinderen uit de kerk naar de kindernevendienst – zij hebben een creatief programma in een eigen ruimte. Alle aanwezige kinderen tussen de 4 en 12 jaar oud  (ook al zijn het er maar een paar) zijn van harte uitgenodigd mee te gaan.

Bijbellezingen en liederen: de Schrift
Elke zondag wordt er uit de Bijbel gelezen. Eerst bidt de predikant een kort gebed, of we zingen samen een lied. Dan zijn er één, twee of soms drie Bijbellezingen, afgewisseld met liederen. De keus van de lezingen wordt meestal ingegeven door het leesrooster van de Protestantse Kerk Nederland  – soms worden er ook andere lezingen gekozen. De lezingen worden gelezen door een lector.

Na de lezingen en liederen houdt de predikant een preek, wij noemen dat een ‘overweging’. Daarin worden vragen uit de actualiteit of vragen die met ons leven te maken hebben verbonden met het Bijbelgedeelte.
Na de overweging is er orgelspel; ondertussen komen de kinderen terug uit hun eigen ruimte.

Gebeden en gaven
Eén van de diakenen vertelt aan het begin van dit gedeelte waar de inzameling van de gaven (collecte) voor bedoeld is.
Daarna volgen gebeden. Anders dan het Kyrië, dat als een schreeuw omhoog is, gaan deze gebeden over concrete situaties. Samen met andere intenties worden ook de intenties uit het voorbedenboek gebeden; hierna volgt een stil gebed en tenslotte wordt het “onzevader” gebeden; ieder kan dit hardop meebidden.
Eén keer per maand staan bij dit gedeelte ook brood en wijn (zonder alcohol) op tafel klaar. Dat is een tastbare herinnering aan Jezus die zichzelf als brood en wijn met zijn vrienden verbond. Alle aanwezigen worden uitgenodigd om daarin te delen.

Zegen
De dienst wordt afgesloten met een lied en met een zegen.
De predikant staat bij de uitgang en bekrachtigt de zegen met een persoonlijke handdruk. Zo gaan we de wereld in.
Dat begint er overigens mee dat er gelegenheid is om samen koffie te drinken en elkaar te ontmoeten! Dat gebeurt voor in de kerk en brengt een gezellig geroezemoes met zich mee. Maar daarna dus toch echt de wereld in!